Denken over verschil, een krachtig interview met Fatma Arikoglu

Ik ontmoet Fatma Arikoglu in het Amazonehuis, gelegen in het centrum van Brussel. Het Amazonehuis is een federale instelling waar al 20 jaar lang verschillende Belgische vrouwenbewegingen onderdak vinden - permanent, via een postbus of tijdelijk als shared workspace. Het Amazonehuis huisvest Nederlandstalige, Franstalige en tweetalige organisaties, gaande van startende verenigingen tot grote koepelorganisaties. Zo creëert Amazone synergieën, bundelt het de krachten van vrouwenbewegingen en slaat het bruggen tussen middenveld, beleid en de academische wereld.

Wikicommons

Wie is Fatma Arikoglu?

Fatma Arikoglu: “Ik ben geboren en getogen in het Waasland tot ik in Gent Public Relations en Voorlichting ging studeren. Die professionele bacheloropleiding gaf me weinig voldoening omdat het erg commercieel gericht was en weinig diepgang had. Omdat ik op mijn honger bleef zitten, ben ik aan de universiteit master in de communicatiewetenschappen gaan studeren. Dit combineerde ik met een halftijdse job als projectcoördinator voor de Arteveldehogeschool, waar we rond instroom en doorstroom van studenten met een migratieachtergrond werkten. Ik was in die tijd ook vrijwilliger bij Kif Kif, een interculturele beweging die strijdt voor gelijkheid en tegen racisme. Ik ben altijd gevoelig geweest voor onrecht, zowel voor seksisme als racisme. Ook armoede hield me bezig.

Zo voelde ik me als studente aan de hogeschool enorm geviseerd als er rond bepaalde thema’s werd gewerkt in de lessen over de actualiteit. Ik was de enige studente van kleur. Mijn mening over specifieke topics werd te pas en te onpas gevraagd, terwijl ik over bepaalde zaken niet direct een standpunt had of wou innemen. Bij Kif Kif is dat bewustzijn enorm gegroeid, ik spendeerde uren op hun website, las alle stukken. De smaak van ongelijkheidvanTarik Fraihi is me toen enorm bijgebleven. Het was een echte eyeopener.

Na mijn studies ben ik vooral actief geweest in vrouwenorganisaties. In 2008 kwam ik terecht bij de vrouwenraad als onderzoeker naar het asiel- en opvangbeleid met betrekking tot gender.

Sinds 2010 werk ik voor Ella vzw, toen nog het steunpunt voor allochtone meisjes en vrouwen. Ik doe onderzoek naar de maatschappelijke positie van voornamelijk vrouwen met een migratieachtergrond, naar beleidsacties, naar hoe ons beleid vrouwen uitsluit, omdat we merken dat op het kruispunt van gender, etniciteit en klasse het vooral vrouwen van kleur zijn die de blinde vlekken vormen. De bedoeling is om die blinde vlekken weg te werken en de specifieke noden van vrouwen met migratieachtergrond zichtbaarder te maken. Uiteraard schenken we ook de nodige aandacht aan wat gendernormen, racisme en andere vormen van ongelijkheid bij jongens en mannen teweegbrengen.”

Wat doet Ella Vzw precies?

“Steunpunt allochtone meisjes en vrouwen, zoals het oorspronkelijk heette, isopgestart als een project binnen het toenmalige ICCM (Intercultureel Centrum voor Migranten). Het actieonderzoek van 1999 dat de allochtone vrouwenverenigingen in Vlaanderen en Brussel in kaart bracht, toonde de nood aan van een specifieke ondersteuning voor meisjes en vrouwen uit etnische minderheidsgroepen, gezien hun participatie vaak gering is en zij vaak niet volwaardig aan bod komen binnen zowel de structuren van het minderhedenbeleid als de vrouwenbeweging. Sindsdien is de organisatie echter geëvolueerd.

De naam veranderde in 2010 naar ‘Ella- kenniscentrum gender en etniciteit’. We voeren voornamelijk actie-onderzoeken. Daarnaast is het de bedoeling om de informatie uit dat onderzoek te ontsluiten aan de hand van vormingen, lezingen en trajectbegeleidingen in verschillende sectoren gaande van onderwijs en werkgeversorganisaties tot vakbonden en het brede sociale middenveld. We begeleiden ook trajecten bij vrouwenorganisaties waar vooral witte, hoger opgeleide vrouwen uit de middenklasse actief zijn en waar de vraag voornamelijk gaat over hoe zij inclusiever en intersectioneler kunnen werken. Of in het anti-racistische veld omdat daar ook heel wat genderblindheid is en er ook heel wat stereotiepe beelden over zgn. mannelijkheid en vrouwelijkheid heersen. De bedoeling is om op het kruispunt van verschillende assen of ordeningsprincipes meer kennis te ontwikkelen en te ontsluiten, met het oog op verminderen van ongelijkheid en discriminatie.”

Je spreekt over kruispunten, Ella noemt zichzelf intersectioneel: wat betekent die term precies?

“Intersectionaliteit is een manier van denken over verschil, waarbij je rekening houdt met het element macht, met machtsongelijkheid, met normen en met voorrechten. Het kruispunt waar de verschillende assen samenkomen, bepaalt je maatschappelijke positie. Binnen die assen bestaan er normen, dominante ideeën die als vanzelfsprekend worden beschouwd, maar die leiden tot uitsluiting van zij die niet kunnen beantwoorden aan die normen. Als je tot de norm behoort, is jouw maatschappelijke positie binnen een bepaalde context veel gunstiger dan iemand die niet tot die norm behoort. Die assen werken op elkaar in, versterken elkaar, dat is het belang van kruispuntdenken.

Niet alleen man en vrouw, ook kleur, inkomen (!), taalgebruik, gezondheid en seksuele oriëntatie bepalen je ‘toegang’ tot de betaalde arbeidsmarkt. Het is niet eendimensioneel. Welke normen bestaan er in onze samenleving? En hoe werken deze op elkaar in? Dat zijn de vraagstukken die het kruispuntperspectief ons toelaat te beantwoorden in de complexiteit waarin we leven. Hoe meer je beantwoordt aan de norm, hoe sterker het net voor jou is en hoe toegankelijker onderwijs, arbeidsmarkt, gezondheidszorg, enz. worden. Dit besef toegeven is al een eerste stap richting intersectionaliteit.”

Er bestaat niet zoiets als de traditionele feministen. Feminisme as such bestaat niet. Er zijn verschillende stromingen, verschillende golven, verschillende focussen en thema’s.
Fatma

Beschouwen jullie de traditionele feministen als bondgenoten?

“Er bestaat niet zoiets als de traditionele feministen. Feminisme as such bestaat niet. Er zijn verschillende stromingen, verschillende golven, verschillende focussen en thema’s.

Wij zijn een onderdeel van een groot geheel, net zoals dit huis hier; er zijn verschillende kamers en verdiepingen.

We merken dat er stilletjes aan meer bondgenootschap komt met de “klassieke” witte feministen die vooral bezig zijn rond loonkloof, stereotiepe rollenpatronen etc. In vergelijking met 10 jaar geleden toen ik startte, staan we veel verder in het luisteren naar elkaar over onze respectievelijke blinde vlekken en bezorgdheden. We zijn er helaas nog niet. We zien nog altijd dat feministen die pleiten voor gelijk loon, doorbreken van rollenpatronen of meer effectieve aanpak van partnergeweld, heel weigerachtig staan tegenover het discriminerend aspect van bijvoorbeeld de hoofddoek; dat zij als het ware blind zijn voor racisme. Dat blijven moeilijke doch boeiende gesprekken. We gaan al meer in dialoog, maar die dialoog vertaalt zich nog te weinig in eisen die meegenomen worden of in solidariteit.”

Heb je het gevoel dat jullie tegen dezelfde vijand strijden?

“Ik geloof van wel, maar niet elke organisatie of beweging maakt dezelfde diepgaande analyse. Ik schreef mee het voorwoord voor de vertaling van Feminisme voor 99%.De auteurs van het boek benoemen heel expliciet het kapitalisme als de oorzaak van uitbuiting, genderongelijkheid, klimaatonrechtvaardigheid en racisme.

Die strikte tweedeling tussen productieve arbeid en reproductieve arbeid (het krijgen en opvoeden van kinderen, huishoudelijke taken, mantelzorg) is eigen aan ons economisch systeem dat gericht is op zoveel mogelijk en snel winst maken, op de kap van vooral vrouwen; het kapitalisme of neoliberalisme. Het is een vaststelling die steeds terugkomt wanneer het bijvoorbeeld gaat over werkgeversbeleid. Het kapitalisme, en vooral de neo-liberale versie, leeft bij gratie van die tweedeling, die tot onderdrukking leidt. Het is een systeem dat de natuurlijke vijand is van rechtvaardigheid en menswaardigheid. Er wordt massaal veel geproduceerd, er worden gigantische winsten gemaakt, maar dit is enkel ten voordele van de één, twee misschien drie procent rijken. Wij hebben geen enkel belang of voordeel bij die winsten. Trickle downis een illusie. Integendeel, er zijn nog nooit zoveel burn-outs geweest, nog nooit zijn de wachtrijen in voedselbanken in België zo lang geweest, er wordt bespaard op welzijn en gezondheid, het middenveld dat waakt over het democratisch gehalte van beleidsbeslissingen wordt alsmaar meer ontmanteld en aan banden gelegd.

Ondertussen voelen mensen zich bedot door het systeem en brengen ze proteststemmen uit. Het is vooral nieuw rechts dat daar voordeel uit haalt door gemakkelijke vijandbeelden te creëren (vrouwen, klimaatjongeren, migranten). In die zin is het de ideale partner voor wie een neo-liberale agenda heeft.”

Een veel gehoord argument van nieuw rechts en anti-feministen is dat het geen zin heeft biologische verschillen te ontkennen?

“Ik denk niet dat er nog veel feministen zijn die de biologische verschillen ontkennen. Maar biologie is niet alles. Die discussie laat ik over aan anderen. Belangrijk is dat we beseffen dat we voortdurend van alles construeren: hoe jongens en meisjes zich moeten gedragen, kleden, elkaar aanspreken, etc. Dit aangeleerd gedrag verloopt erg binair: meisjes zus en jongens zo. Meisjes zijn lief en jongens zijn stoer. Kort samengevat is dit helaas nog steeds de manier waarop onze samenleving georganiseerd is. Gender is dus een sociale constructie. Heel veel patronen en gedragingen zijn wel degelijk aangeleerd.

In deze nieuwrechtse tijden wordt het discours van feministen gekaapt door net wel op die biologische aspecten te focussen en die als het alfa en omega te zien. Sommige vrouwen springen mee op de kar. Zo is de hashtag #tradwife (traditionele huisvrouw) trending, terwijl er evengoed mannen zijn die graag een zorgende rol opnemen. Dit past echter niet in het nieuwrechtse beeld van ‘mannelijkheid’. Mannelijkheid wordt als een vaststaand patroon voorgesteld en uitvergroot.

Ik geloof dat die sociale constructies als gevolg hebben dat er vijandbeelden en breuklijnen kunnen gecreëerd en behouden worden en dat mensen in het ongewisse blijven over wie de echte vijand is. En biologie is een uitstekend argument hiervoor. Daarnaast wordt feminisme ook gekaapt in een anti-immigratiediscours. Het idee dat ‘onze vrouwen’ moeten beschermd worden tegen die donkere mannen met een machocultuur. En zo wordt iedereen tegen elkaar uitgespeeld.”

Hoe verzoen je de verschillende deelstrijden, soms lijken strijdpunten toch haaks op elkaar te staan?

“Dat is inderdaad niet altijd makkelijk. We proberen uit te gaan van het idee van solidariteit. De mechanismen van uitsluiting zijn immers dezelfde en dienen hetzelfde doel. We proberen ook na te gaan waarom het zo moeilijk is, om bijvoorbeeld. racisme mee te nemen in een feministische eisenbundel. We merken vaak dat daar een probleem zit rond onwetendheid en beeldvorming: “die met hun voile (hoofddoek) willen alleen maar thuisblijven en 7 of 8 kinderen krijgen.

En cijfermatig werken helpt ook, zelfs in tijden van fake news. Die dialoog vertaalt zich nog niet altijd naar concrete acties en dat is soms heel frustrerend, omdat we steeds dezelfde gesprekken blijven voeren.

Maar we moeten zaadjes blijven planten en blij zijn met kleine stapjes die we wel degelijk zetten. De verdeel- en -heerspolitiek van politici wordt zichtbaarder. Arbeiders tegen mensen van kleur, vrouwenorganisaties die tegenover organisaties die opkomen voor de rechten van mensen met een handicap worden geplaatst. Het is hoog tijd om het spel te keren. Daarom roepen we op om op 8 en 9 maartte staken. En zo signalen te blijven geven. Ik was ook heel blij mee te mogen werken aan het protestboek‘Vlaanderen excelleert?!’, dat uitgegeven wordt door EPO en vanaf maart te koop is, waar verschillende auteurs aan hebben bijgedragen over solidariteit en verzet.”

Je bent hoopvol?

“Ik slinger tussen hoop en wanhoop. Op globaal niveau is er sinds Trump heel wat bewogen. Vrouwen pikken het niet meer en voelen de sense of urgency. 

Ook het nieuwe Vlaams regeerakkoord heeft veel in gang gezet, we zitten veel samen en merken dat de actiebereidheid groot is. We hebben een goed draaiend en solidair middenveld.

Anderzijds heb ik schrik dat de bodem nog niet bereikt is. Door de besparingen en de ideologische aanvallen op organisaties en acties is de slagkracht minder groot. Wat er in de Verenigde Staten gebeurt, of in Hongarije vind ik erg angstaanjagend. We moeten actie blijven voeren. Het is nu of nooit.”

Judy Vanden Thoren