BLIK OP DE TOEKOMST met Louise Van den Eede: "Het zit eigenlijk structureel verankerd in onze taal om hoop te hebben."

Louise Van den Eede studeerde wijsbegeerte en journalistiek, en werkte als freelance dramaturge en regie-assistente bij onder meer Miet Warlop, Pieter Ampe, Benny Claesssens, Jan Decorte & Sigrid Vinks. In 2011 richtte ze met haar zus Ans Van den Eede het theatergezelschap ‘Hof van Eede’ op, waar ze tot 2018 fungeerde als co-auteur en dramaturge. Vandaag gaat ze nieuwe uitdagingen aan met de jonge operaregisseur Benjamin Abel Meirhaeghe voor wie ze de los-vaste dramaturge, researcher, en schrijver is. Momenteel werken ze met de Opera van Vlaanderen aan hun opera-balletvoorstelling 'A Revue' dat daar deze maand (oktober) - als de pandemie het nog toelaat - in première gaat. Ze is tevens gastdocente Creatief Schrijven aan de Hogeschool in Antwerpen en nauw verbonden aan het project 'Is A Woman', de filmische miniserie van actrice Maaike Neuville.

Louise Van Den Eede Verkleind

Benjamin Abel Meirhaeghe

Louise, als dramaturge en theaterschrijfster ben je ongetwijfeld in de ban van taal. Eén van de speerpunten van het Vermeylenfonds is taal en participatie. Wat is volgens jou de kracht van taal?

“Onlangs zag ik op youtube een interview met Joni Mitchell uit de jaren '80, waarin ze vertelt dat ze voor een jaar alle optredens heeft gecanceld omdat ze zich in de natuur wou terugtrekken. Nadien stond er in alle kranten dat ze een “nervous breakdown” had. Ze antwoordde daarop: "In de Oosterse filosofie heet dat dan een sjamanistische overgang.”

Voor Joni kon het misschien als een zenuwinzinking begonnen zijn, maar wie zegt dat dat woord voor altijd geldt? Ik geloof dat de tijd niet rechtlijnig loopt, en dat taal ons helpt om de toekomst fluïde te houden. Daarmee bedoel ik dat we via taal een andere werkelijkheid kunnen kiezen. Wat is de impact van mijn woorden? Hoe kunnen we empathisch samenleven met andere culturen? Zijn al onze tradities en onze aannames uit het verleden wel vol te houden of zijn het stereotypes die ons weerhouden om elkaar werkelijk te ontmoeten? We kunnen roepen dat we niet mogen raken aan de democratische wet van de vrijheid van meningsuiting, en dat zijn vrijheden die ik zeker niet bestrijd, maar we kunnen wél in de taal van spoor wisselen. Dat gaat over empathie eigenlijk. We leven momenteel in een multi-gepolariseerde tijd met een hoogoplopende spanning tussen links en rechts, er heerst zoveel wantrouwen voor de andere, voor onze medemens. Taal kan heel intiem zijn als we willen. Ontdaan van de politieke calculus en van marktdenken, kan een woord gericht naar de volstrekt Andere een teken van nieuwsgierigheid zijn. Misschien heeft Joni een heel jaar naar vogels en bomen geluisterd, dat weet ik niet, maar ze heeft wel op een bepaald moment beslist dat ze geen zenuwinzinking had. De mens is, in grammaticale zin, in staat in de toekomende tijd te denken: het zit eigenlijk structureel verankerd in onze taal om hoop te hebben. Ik geloof echt in de waarlijke en talige ontmoeting tussen mensen die zichzelf niét in de weg staan. Dus het gebekvecht in het parlement en in televisiestudio’s zie ik als mismoetingen. Gemiste kansen van mensen die alleen hun eigen standpunt willen verdedigen. Maar dat heet dan het politieke spel dat moèt gespeeld worden.”

De mens is, in grammaticale zin, in staat in de toekomende tijd te denken: het zit eigenlijk structureel verankerd in onze taal om hoop te hebben.

Je bent nu toch al bijna tien jaar bezig met schrijven voor theater, van puur teksttheater voor Hof van Eede tot de teksten die je momenteel schrijft voor de operavoorstellingen van Benjamin Abel Meirhaeghe.  Bots je ook wel eens op de beperkingen van taal? Hoe kan je die overkomen ? 

“Omdat Benjamin internationaal aan het doorbreken is en we met verschillende nationaliteiten samenwerken, schrijf ik momenteel de teksten in het Engels. Ik bots wel op beperkingen omdat het mijn moedertaal niet is, maar tegelijkertijd vind ik het ook bevrijdend omdat ik daardoor niet verstrikt geraak in onnodige franjes en obscure inhoud. In mijn eigen taal kan ik me soms verliezen in veel te diepe gedachtegangen waardoor het soms weinig zegt, maar in het Engels zijn de woorden performatief sterker en essentiëler.

Ik las ook een boekje over de teksten die de schilder Piet Mondriaan schreef bij zijn schilderijen. Elk schilderij werd abstracter dan het vorige want hij wou tot een bepaalde essentie komen door lijnen en vlakken weg te halen. Hij wou via zijn beeldend werk een visie op de werkelijkheid uitdrukken. Hij kwam tot de ontnuchterende constatatie dat “waar het echt om gaat, niet uit te drukken is”. Kunstenaars blijven pogingen doen. Ik geloof dat je met taal toch een soort geheim moet in stand houden. Maar dat vind ik geen beperking. Ik neig naar abstractie, maar ik zorg er wel voor dat er bruggetjes zijn waardoor mensen mee zijn en geraakt kunnen worden. Door met Benjamin te werken is mijn taal intuïtiever en suggestiever geworden, altijd in een synergie met beeld, sfeer en muziek. Bij Hof van Eede waren de teksten eerder volgens de wetten van literaire opbouw gemonteerd. Nu probeer ik via de teksten eerder de zintuiglijke ervaringen te verhevigen. Het valt me op dat er vandaag meer en meer woordeloos theater wordt gemaakt, vooral door jonge makers die taal in verval zien. Ik ben er nog niet uit wat daar precies zo boeiend aan is. Ik denk dat je niet om de taal heen kunt. Stefan Hertmans schreef een geweldig essay over de vervreemding van taal; als woorden niet meer aansluiten met de wereld, dat de vervreemding van taal op zich een talige ervaring is. De onbenoembare ervaring, het woordeloze theater, is ook een talige constructie. We kunnen alleen via taal ervaren dat de ervaring niet in taal om te zetten is. Daarom geloof ik ook niet dat taal in verval is.”

Waar ben je momenteel mee bezig? Wat zijn je toekomstige projecten, ondanks de onzekere coronatijden ?

“Ik ben met Benjamin en zijn hele team terug A Revue aan het opstarten dat op 14 oktober in de Opera van Vlaanderen in première zou gaan. De première was eigenlijk in april maar wegens corona hebben we de repetities moeten stopzetten. Dat was echt een vreselijke dag, ik kon het bijna niet geloven, omdat we er al zolang mee bezig waren. Maar goed, we kunnen weer doorgaan, al zullen er enkele scènes sneuvelen en er andere bijgemaakt moeten worden om het geheel coronaproof te maken. A Revue zal een teletijdmachine-effect hebben voor de toeschouwer, want we katapulteren iedereen 2000 jaar verder in de toekomst; waar cyborgs, humanoids en aliens onder de laatste oude boom partituren met klassieke muziek vinden en dit proberen te interpreteren, helemaal vervreemd van de grote emoties die veel van deze stukken in zich hebben. Met Benjamin heb ik nog plannen tot in 2024 voorlopig, zolang de zwaarbeproefde cultuursector nog kan doorgaan en het beleid het toelaat. En zolang we gezond blijven. Ik ben ook een pitch aan het schrijven voor het Scenario Atelier van het VAF (red. Vlaams Audiovisueel Fonds) en ik ben betrokken bij het filmdebuut ‘Is A Woman’ van Maaike Neuville. Ik heb dus nog veel plannen, sommige plannen al wat concreter dan de andere, maar het is nog afwachten wat kan en niet kan. Het enige wat ik kan doen, is doordoen.”

 Zoals Ramses Shaffy zong: “We zullen doorgaan...”, Louise!

 Sarah Mistiaen