Brieven aan/over Corona en de wereld

Voor het zomerreces ging het enkel nog over Corona. De lockdown plaatste ons allemaal achter een deur en een raam. Sommigen hadden een tuin, andere niet. Sommige konden werken, anderen zaten met een voltallige kroost aan de tafel... het was een moeilijke periode, die we samen met vele anderen op papier zetten. Een geschreven archief van verhalen en getuigenissen.

Banksy2

Banksy

Corona treft iedereen. Status, achtergrond, etnie, gender, levensbeschouwing, … een virus maakt geen onderscheid. We staan allemaal aan dezelfde kant, we delen dezelfde vijand. En toch beleven we deze uitdaging niet op dezelfde manier, toch maken we niet allemaal hetzelfde mee. Gezinnen of singles, met of zonder tuin, gezond of met een medische achtergrond, een volle of lege geldbuidel, huismus of avonturier, … dit alles bepaalt hoe je de quarantaine beleeft. Voor sommigen: overleeft.
En wat betekent Corona vanuit een breder perspectief? Hoe zal deze virus, die plots als een schaduw over de aarde viel, onze wereld hertekenen, onze samenlevingen wijzigen? Wat betekent deze onverslaanbare nieuwe 'duivel' voor onze geglobaliseerde economie, voor de manier waarop wij elkaar groeten, voor de luxueuze leefwijze die wij ons in het Westen eigen hebben gemaakt?

Eén ding is zeker: we zijn wakker geschud uit onze vermeende alleenheerschappij over de wereld (en bij uitbreiding het universum). De nederigheid heeft als een zwaard ons lijf doorkliefd. Of misschien ook niet... dat zal de toekomst uitwijzen.

Maar omdat we die toekomst – en ook het verwarrende heden – graag vandaag al onder de loep nemen, zijn we met een briefproject gestart: 'Brieven aan/over Corona en de wereld'.

Hou je een Corona-dagboek bij en wil je een stuk daaruit met ons delen? Voel je de onweerstaanbare nood om je ongenoegen over Corona in een brief neer te pennen? Wil je graag Corona zelf even verbaal onder handen nemen? Heeft de quarantaine bij jou onverwachtse inzichten teweeggebracht? Of beleef je de crisis vanuit een bijzonder standpunt, ben je zorgverlener, spoedarts, werk je in een organisatie voor mensen in armoede en help je mee de eindjes aan elkaar knopen nu alle opvangnetten uit onze samenleving opgehaald zijn?

Dan willen wij graag jouw brief met belevenissen/gedachten/klachten/ ontvangen en op onze fb-pagina 'Brieven aan Corona' plaatsen. Iedereen heeft een eigen kijk op deze periode, een eigen verhaal dat de moeite waard is, dat de crisis vanuit een andere hoek belicht, dat een aanvulling is op wat we al lazen van verschillende mensen in de media en op andere platformen.

Mogen wij ook jouw verhaal aan onze verzameling toevoegen?

Met deze brieven construeren we een archief, een helikopterperspectief, en kunnen we de beeldvorming op deze crisis mee vormgeven, elk hoekje en kantje belichten, elk verhaal zijn plek gunnen, elke waarheid zijn bestaan. We moeten eerst opschrijven, om niet te vergeten.

Post je brief op de facebookpagina pagina en voeg er een foto bij van je brievenbus, al dan niet met jezelf erbij. Houd je het graag anoniem zodat Corona je niet vinden kan, stuur je brief dan per mail aan brievenaancorona@outlook.com 

Een initiatief van Barbara Callewaert, Lut Geeraert (www.waawwelzijn.be) in samenwerking met August Vermeylenfonds en Vormingplus MZW.

Een talig project ter bevordering van emotionele expressie en welbevinden!

Brievenbus1

DIMITRI

Dimitri is een beetje nieuw aangespoeld hier op de werking.
Een 24-jarige blonde, sympathieke en vriendelijke kerel met een vlotte babbel. Dimi voor de vrienden.
“Ik kom hier sinds kort door mijn broer.”
“Wij horen bij het groepke van de Zuid.
De Southsiders noemen we ons
Normaal zitten wij aan de trapkes van de oude bib of aan de fontein.
Maar dat mag nu niet met corona.
Dan komt de politie ons lastigvallen.
We zijn onze spot kwijt met de coronaregels.”
“Dus komen we hier. Voor eten, hulp, een babbel.
Er zijn hier mensen van Jong en schoolspotters. Die lopen rond waar wij zijn en die proberen jongeren te motiveren om naar school te gaan.
Het is wel chill dat dat allemaal bestaat. Echt chill.”
Ja, ça va
“Hoe het met mij gaat? Ja, ça va wel. Ik heb al betere periodes gehad maar goed, ik heb een plek voor de nacht voor vanavond.”
Het verhaal komt op gang. Dimi is dakloos sinds april 2019, of anders gezegd: sinds zijn 22. Hij vulde die periode tot nu toe op met links en rechts wat slapen, logeren en verblijven. Bij een neef, bij een moeder van vrienden, een keertje hier, een keertje daar. Het ging wel.

“In al die tijd heb ik eigenlijk nog maar een twintigtal keer op straat moeten slapen. Dat valt goed mee, toch?”
“Mijn moeder heeft me op straat gezet, toen ze nog in de Brugse Poort woonde. Nu woont ze in Vinderhoute met haar nieuwe vriend. Ze had het een beetje gehad met me.”
“Ik begrijp niet, waarom laat mijn ma me zo vallen?”
“Ik heb haar toch ook niet in de steek gelaten elke keer ze depressies had en elke keer ze in de psychiatrie zat.”

Brieven Aan Corona 2

Dimi vertelt. Over zijn psychosegevoeligheid, over zijn druggebruik, over zijn school, over de psychiatrie. Psychoses bij Dimi vertalen zich in achtervolgingswanen, in geuren die er niet zijn, in dingen zien die er niet zijn. En die gaan vaak over eten. Soms grappig genoeg helemaal in het teken van donuts. Dan droomt hij van donuts in zijn lakens. Vannacht gaat hij slapen in Huize Triest of in Nieuwland. “Ik wil graag terug een eigen huis of appartement huren. Dan kan ik terug fier zijn op mezelf.“

“En te bedenken dat mijn overgrootvader burgemeester was van Mariakerke en ik ben zo, dat is toch ...”

“Als oma nog zou leven dan zou zij voor me zorgen. Zij zou me niet zo op straat laten. Oma was een schatje. Oma was er altijd voor mij, die zou me zeker in huis pakken.”

“Ik zou niet van het OCMW moeten leven.”

Oma Bernice 

Met oma Berre hier zou alles anders zijn, vertelt hij. Lieve oma Berre. Ze heette Bernice, maar iedereen noemde haar Berre.
Oma Berre die kostuums verhuurde van Zwarte Piet en van de Sint.
Oma Berre bij wie Dimi terecht kon en Papa Chico ging kijken.
Oma Berre waar Rambo de hond je blaffend begroette als je de deur binnenkwam.
Oma Berre die altijd wat lekkers bij de hand had.
Oma Berre die reisjes regelde naar Center Parcs of Turkije.
Oma Berre die mama in haar depressies omhoogtrok en zorgde dat het nog een beetje goed kon lopen allemaal.
Oma Berre die nu dood is, oma Berre die wegteerde van de longkanker. “Oma Berre die GODVERDOMME nooit gerookt heeft.”
“FFFOCK KLOTEKANKER!” De tranen komen.
Oma Berre was de rots in de branding, het laatste kompas als iedereen de weg kwijt was. Ze was de strohalm waar een mens zich aan vastgrijpt als al de rest weer wankel wordt.
“GODVERDOMME FFFOCKING KLOTEKANKER!”

Het is nu elf jaar geleden, vertelt Dimi. Ik reken snel even uit. Hij moet dus een kereltje van 13 zijn geweest. Een mama met depressies die je eerlijk vertelt dat je eigenlijk een ongelukje was en begint te drinken. Een vader die er niet is en een heerlijke oma die aan een lelijke kanker ten ondergaat. Wat doet dat met zo’n kereltje van amper 13 jaar? Er kwam een psychose. Dimi ging op internaat.

“Mama kon niet voor me zorgen. Ze dronk, ze was depressief, ze kon zelfs voor haar eigen niet zorgen, hoe kon ze dan voor mij zorgen?”

“En mijn verjaardag vieren deed mama nooit. Nee ik was niet echt gewenst en gewild dus er viel niets te vieren.” Gelukkig kwam mijn peter om het te vieren, vertelt Dimi. “Die ging met mij naar Dreamland, we keken dan film.”
“Ik herinner me dat we eens naar een film keken over een olifant en dat hij in slaap viel terwijl ik de film keek.”
“En dat ik daarna nog een zwaard kreeg.” Zijn ogen blinken bij de herinneringen. Het had niet veel gescheeld of er was ooit een adoptie van gekomen. Dat had Dimi wel zien zitten. Maar de mama zag het toch liever anders.
“Ik wil een job. Iets met kinderen of met mensen. Iets sociaal, ze helpen.”
“Ik ben nog jeugdanimator geweest bij de jeugddienst van Stad Gent. Dat was echt leuk.” “Ik had graag willen studeren maar ik heb dyscalculie. Maaltafels en dat soort dingen zijn echt een probleem voor mij.”
“Na twee jaar gewoon onderwijs hebben ze me in het OBC in de Nieuwe Vaart gestoken wegens gedragsproblemen. Daar was ik echt goed. Het was er echt zo goed.”
“Ik heb altijd gezegd hier kom ik terug als opvoeder! Ik wil dat nog steeds.”
“Ik heb op mijn zes jaar op de gewone school de stempel ADHD gekregen. Maar wat is het verschil tussen energiek en hyperactief. Energie hebben is toch goed?”
“Ik heb uiteindelijk voeding en verzorging gestudeerd maar door stress kreeg ik psychoses. Dan moest ik naar het bijzonder onderwijs. Daar word je echt gewoon dommer door er te gaan.”
“Het is er verschrikkelijk. Het zijn kutlessen waar ze denken dat je het verstand hebt van een erwt. Natuurlijk ben ik me kut gaan gedragen.”

Brieven Aan Corona 3

Hete pepers 

Wat Dimi wel leuk vond waren zijn stages in de grootkeuken. Hij deed stages bij AZ Sint Lucas, in het AZ Jan Palfijn. Mensen helpen, opdienen en het sociaal contact, daar vindt hij wel iets in. Zo ziet hij de toekomst. Een toekomst zonder OCMW en met een eigen dak boven zijn hoofd. Nu krijgt Dimi 600 euro per maand, zijn domicilie staat bij het OCMW zelf om niet geschrapt te worden uit het bevolkingsregister. “Als ik een eigen woning vind krijg ik wat meer. Iets boven de 900. Dan is het gedaan met strompelen over de straatstenen.” “Ach ja, ik heb al geleefd van 30 euro per week, het lukt me wel. En veel buiten slapen heb ik nog niet moeten doen.” “En als het erg koud is en we een nacht buiten moeten slapen dan eten we hete pepers. Direct warm genoeg.”

Ik wens het hem toe. Hij hoort mensen weleens zeggen: eenmaal dakloos, altijd dakloos. En daar is hij ook bang voor. Bang dat hij er niet meer in zal slagen een normaal leven op te bouwen. Hij hoopt dat het hem lukt. Een mooi en warm gezin hebben. Huisje, tuintje, boompje, beestje, kindje. Alles erop en eraan. Ja! Rust! En dan op reis gaan met het gezin. Zoals vroeger met oma. Misschien nog eens naar Turkije. Opvoeder worden en een eigen gezin hebben. Daar wil hij voor gaan. Dimi ’s hoop voor de toekomst is wankel. Hij twijfelt of het hem gaat lukken. Een goed meisje wil hij vinden. Iemand bij wie hij liefde vindt. Iemand bij wie hij tot rust kan komen. “Mensen denken vaak dat ik krapuul ben, maar eigenlijk ben ik heel beschaamd.” “Ik zou zeggen, laat me met rust en leef uw leven, ge weet niets over mij.” “Ik ben niet goed in mijn gevoelens uiten, ik zou er graag beter in worden in dat soort shit.” “Misschien als ik groei kan ik later zeggen dat het gewoon deugnietenstreken waren.” “Weg en voorbij.” “Ik ga toch niet voor altijd zo blijven, toch?”

Een bedje voor hem 

Nu corona een beetje gaan liggen is, wil Dimi kijken naar werk of een VDAB-opleiding. Met werk kan hij een vaste plaats in de nachtopvang krijgen, dan is hij altijd zeker van een bedje voor hem. Hij heeft weer een plan. We nemen afscheid, Dimi gaat de trap af. De deur blijft open. Ik hoor de andere jongeren grappen en grollen en vragen wat Dimi daarboven allemaal heeft zitten uitspoken. Het verdriet en de tranen worden weggemoffeld. Een scheve grap, een vriendschappelijke knauw. Het zijn jonge wolven, nog zoekend naar hun plek in de roedel. Dan kan je maar beter een beetje alfa doen.

Even later sta ik ook beneden. Ik pak een drankje en zet me bij de groep. Het gaat over eten. Vegetarisme, biovlees en cordon bleu passeren de revue. We verlekkeren ons bij de gedachte aan stoofpotjes en kruidige samosa. Is het fantasievolle goesting of honger die spreekt, geen idee maar het blijft over eten gaan. Tussendoor raadt Dimi Lina aan om ook haar verhaal te doen. “Vertel maar een beetje over uw instellingsverleden, het is best leuk om je verhaal te doen.” Er wordt een beetje getwijfeld, maar tien minuten later gaan we de trap op, Lina en ik. Pas op, roept Dimi nog, ze gaat u doen wenen. Hij is best grappig die Dimi.

WaaW vangt verhalen voor Brieven aan C