Een injectie van warmte

Entree Entree is een buurtproject dat bedacht werd door Barbara Callewaert en dat volbracht wordt in samenwerking met het Vermeylenfonds. Maar het wordt bovenal mogelijk gemaakt dankzij de gastvrije mensen die ons binnenlaten in hun thuis, en ook een beetje in hun hart. We portretteren mensen in een brief. Tijdens een interview typen we de brief uit, achteraf krijgen ze hem in een mooie enveloppe mee. Nadien destilleren we er een treffende zin of quote uit die de persoon typeert, en dat citaat verschijnt dan op hun stoep of op hun raam. Wanneer alle interviews achter de rug zijn, gaan we opnieuw de straat op om de zinnen te plaatsen. Zo leer je de mensen in je buurt kennen, en vang je een glimp op van hun persoonlijkheid. (Uit DNG juni/augustus 2019)

Barbara, kan je jezelf eens kort voorstellen?

Barbara Callewaert: “Ik ben altijd al bezig geweest met verhalen en vertellingen, maar de vorm verandert soms. Vroeger was ik vooral in het theater actief. Nu bedenk ik in de eerste plaats creatieve concepten en soms als mensen vragen wat ik doe, zeg ik “kunstenares en schrijfster”. Ik weet niet of dat de lading dekt, maar dat is gewoon om me ervan af te maken. Er zijn een paar dingen die ik graag doe: verhalen vangen, in de hoofden kijken van mensen, zelf dingen bedenken en mensen op één of andere manier een ervaring geven, hoe klein of hoe groot dan ook. Ik wil verbinden en inspireren, dat is de kern.”

We weten dat je meegedaan hebt met de City Challenge in Nederland, maar hoe ben je initieel op het idee gekomen voor Entree Entree?

“De trigger was een buurvrouw van mij. Toen ik eens langsging vroeg ze:“Wil je koffie?”. Ze was aan het verbouwen, net zoals ik, en ze zei dat ze eenzaam was. Eén zin raakte me toen enorm: “Mensen komen alleen maar als ze in de zetel kunnen zitten met een cava”, maar er stond geen zetel. Zo jammer, dacht ik, je hebt dan twee eenzame mensen naast elkaar met hetzelfde profiel: we hebben ongeveer dezelfde leeftijd, zitten in dezelfde fase van ons leven en we waren allebei alleen aan het verbouwen.

Wanneer precies ik het idee van Entree Entree gehad heb, weet ik niet zo goed. Ik heb elke dag ideeën. Dit is er eentje die ik dan verder uitgewerkt heb.

Ik vind dat letterlijke afstand in kilometers ook afstand creëert. Als je iemand wilt zien, zelfs al woon je op tien kilometer, ga je niet snel even passeren, dat is gewoon zo. Als je iemand wilt zien die in je straat woont, dan is de drempel veel lager. Je hoeft geen afspraak te maken, je kan gewoon langskomen en vragen: “Hey, past het?”. Dat is het eigenlijk.”

Eenzaamheid, is dat iets dat je persoonlijk raakt of inspireert om er iets mee te doen?

“Absoluut. Ik ben iemand die veel voelt, zo komen ook eenzaamheid en verdriet heel hard bij mij binnen. Iedereen die op één of andere manier in de knoei zit doet dat. Ik kan er dan ook niet tegen wanneer er dan niets mee gebeurt, ik wil daar dan iets aan doen.”

Je vraagt in elk interview naar kloddertjes liefde bij mensen, waren er voor jou kloddertjes die ervan tussenuit spatten?

“Eigenlijk niet echt. Als je naar liefde vraagt, laat je mensen door die bril kijken. Dat werkt, door die beweging te maken voelen ze meer liefde voor zichzelf en voor andere mensen. Het maakt hen milder naar zichzelf toe en naar anderen. Het is een erg zinvolle beweging. Die liefde wordt soms vergeten, soms wandelen ze het letterlijk of figuurlijk voorbij. Maar mensen zijn vaak liefdevoller dan ze denken.”

Waarom is die zoektocht naar liefde zo belangrijk?

“Ik denk gewoon dat liefde superbelangrijk is. Ik schrijf veel brieven, en onlangs schreef ik naar iemand die wat in de put zat: “Ik denk dat liefde het antwoord is op zowat alles”, en daar geloof ik echt in. Liefde tussen mensen, maar ook liefde in dingen. Dat zit in objecten, in de aanpak van uw werk. In alles.”

Heb je moeilijkheden ondervonden wat betreft het overtuigen van mensen om mee te doen of om ze te laten openbloeien bij jou?

“Dat valt heel goed mee. Soms waren er ook mensen die hun deur dicht hielden, uit schaamte om hoe hun huis erbij lag, die nodigde ik dan uit bij mij thuis. Maar in het algemeen viel dat heel goed mee. Hetgeen ik het moeilijkst vind zijn appartementsblokken omdat je tegen een parlofoon moet praten en ik in een persoonlijke aanpak geloof. Het is veel moeilijker om persoonlijk te zijn door een parlofoon, omdat ze niet alleen de deur kunnen dichtgooien, maar ze hem ook nog moeten openen voor je.”

Denk je dat mensen zo open antwoorden door je specifieke vragen? Of waren er toch veel mensen die niet in hun ziel laten kijken?

“Ik zie de vragen als verlengstuk van mijn zijn, het zouden evengoed andere vragen kunnen zijn. Ik ga graag naar de kern van mensen, ik denk dat ik een heel open houding heb. De sleutel is oprechte interesse. Als je oprecht geïnteresseerd bent en niets voorgekauwd vraagt, dan pas werken die vragen. Ik denk dat mensen dat heel goed onbewust aanvoelen of de persoon die voor hun zit oprecht geïnteresseerd en veilig is.”

Zijn er interviews die er voor jou echt bovenuit sprongen?

“Ik heb een heel warm hart voor oudere mensen, enerzijds omdat ze soms eenzaam zijn, en daar ben ik gevoelig aan, anderzijds hebben ze een soort rust, een “je m’en fou”-houding in zich.  Dat zou je eerder aan jongeren koppelen, maar ouderen hebben dat ook enorm in zich: “Fuck it, ik heb hier niets meer te verliezen”. Ze moeten zich niet meer bewijzen aan de maatschappij en aan anderen. “Ik zie er slecht uit, maar dat is niet erg, kom maar binnen”.

Op het einde was er ook een oudere vrouw die eerst haar haren wou kammen voor de foto, toen ze haar kam niet vond zei ze: “Foert!” Dat vind ik heel typerend en mooi aan oudere mensen. Er zijn niet zo veel mensen die ouderen zo bekijken. Naast eenzaamheid is er ook het gevecht dat die mensen leveren. Als je jong bent kan je vaak een strijd aangaan met gedachten als “Wie ben ik?” of “Wie wil ik zijn?”. Ouderen kampen vaak ook met vragen zoals: “Hoe kan ik mijn leven zinvol invullen?” of “Ik wil niet naar een rusthuis”. Die worden het meest vergeten.

Ik vond het ook interessant om in contact te komen met bepaalde culturen, zoals Bulgaren, Afghanen.

Ik heb een zeer open blik in het leven, maar wat ik interessant vond is een vrouw die mijn blik verder heeft geopend. Ik vond haar huis echt lelijk (lacht) en ik had het gedoopt als “Kringloophuis”. In mijn ogen was dat echt rommel, er zat niets van esthetiek in, ik vond het smakeloos. Zelf zou ik zo niet kunnen leven. Maar na dat bezoek kreeg ik meer begrip en empathie, ik begrijp nu hoe zij wel zo kan leven: zij ziet overal liefde waar ik eerst lelijkheid zag. Alles wat daar staat kreeg ze, of werd gemaakt door haar of haar kinderen. Haar huis was voor haar één en al kloddertjes liefde, en ik vond het wel schoon om in die gedachtegang te kunnen kruipen.”

In twee interviews ging het over hoe menselijk contact energie kan geven, hoe ervaar jij dat?

“Ik heb daar energie uitgehaald, ik kijk graag in mensen hun hoofd. Tot op zekere hoogte ga ik ermee akkoord dat emoties delen energie kan opleveren, voor zowel diegene die deelt als diegene die ontvangt. Maar aan de andere kant, als iemand in één of ander crisis of patroon zit en constant vastzit in een emotie en die dan ook de hele tijd blijft delen met me, geraak ik daar vooral gefrustreerd van.”

Denk je dat je mensen hebt geholpen?

“Ja, dat denk ik wel. Het gaat niet alleen over het krijgen van bezoek. Wat ik heel belangrijk vind is om het interview ter plaatste uit te typen, samen met Chloë, en het ter plaatse ook voor te lezen. De insteek van warmte en het voorlezen is heel belangrijk. Soms zeiden mensen letterlijk: “Ik vind de brief ontroerend”, soms zagen we die ontroering ook. Los van het feit dat mensen eens bezoek krijgen, worden ze ook geconfronteerd met zichzelf op een warme, milde manier. Dat is een opsteker.

Er bestaat ook zoiets als “narratieve psychologie”, dat betekent dat je mensen rond maakt door hun verhalen rond te maken. Wij hebben dat in een “light-versie” gedaan.”

Heb je het gevoel dat je wijzer uit dit project bent gekomen?

“Ik had niet verwacht dat het voorlezen van de brief zoveel effect zou hebben. In theorie wist ik wel dat het kon, maar ik heb het nog nooit zo consequent beleefd. Algemeen heeft het project meer impact gehad dan ik gehoopt of verwacht had.

Voor mezelf leerde dit project me dat ik niet bang moet zijn om eigenzinnig te zijn, naar ideeën en projecten toe. Hoe eigenzinniger ik te werk ga, hoe beter (lacht). Dan ben ik eigenlijk op mijn best.

Wat ik ook opmerkelijk vind is hoe snel en gemakkelijk dat mensen je binnenlaten.”

Hoe verliep het opschrijven van de quotes?

“Dat was tof. Chloë heeft meegeholpen en ondanks het hemeltergend slecht weer waren er ook buurtbewoners van de partij. Dat was mooi. Er waren ook mensen argwanend over het schrijven op hun raam. We hebben het in twee bewegingen gedaan in twee dagen: de eerste dag deden we de ramen en de tweede dag zouden we op de stoep gaan schrijven, maar dat is letterlijk in het water gevallen. Er was iemand die eerst aangaf om het op de stoep te schrijven, maar uiteindelijk kon het toch op het raam omdat ze het echt mooi vond. Fijn is dat.

Ik krijg oproepen langs alle kanten. Mensen komen letterlijk aan mijn deur bellen: “Wil je ook iets op mijn raam schrijven?”.

Nu is het project afgelopen, maar ik ben toch aan het nadenken over hoe ik er nog een vervolg aan kan breien.”

Was het aangenamer om niet te hoeven typen en luisteren tegelijkertijd?

“Dat is een worsteling voor mij in mijn werk: ik ben graag eigenzinnig maar ik werk niet graag alleen. Ik spring heel graag op tandems. Ook in vroegere projecten werkte ik vaak in duo. Voor mij was Entree Entree nu ook een tandem met Chloë. Ik vind het heel fijn om iets samen te doen. Het zou onnozel zijn moest ik een project doen tegen eenzaamheid en mezelf eenzaam voelen tijdens de uitvoering ervan. Maar als ik dat niet bewaak, zit ik in die val.”

Doet dat visuele eindresultaat iets met jou, je passeert er ook elke dag.

“Ik ben sowieso blij met hoe het eruit ziet. Wat me wel iets doet zijn de passanten, een man bijvoorbeeld die zondagochtend stapvoets met zijn brommer door de straat gaat, omdat hij alles wil lezen. ”

Hoe heb je de reacties ervaren van pers en buurtbewoners? Vind je beiden reacties even belangrijk?

“Het is allemaal mooi, we moeten daar niet flauw over doen (lacht) Wat ik heel mooi vind is wanneer iemand zegt: “Oh, wauw, dankjewel, dit heeft mijn dag goed gemaakt” of “Dit heeft echt een glimlach op mijn gezicht getoverd”. Of mensen die mij hun favoriete quotes doorgeven. Ook mensen die hun kinderen onder de arm nemen en een toertje doen rond de blok om alles te lezen. Nog iemand anders verraste haar kinderen met een quote en die waren enorm blij, dat is echt fantastisch”.

Vind je op zich dat het project geslaagd is?

“Ja, het enige wat ik nog anders zou willen doen in de toekomst, is een geleide wandeling organiseren samen met de buurtbewoners.”

Hoe zie jij de toekomst voor dit project?

“Ik ben erover aan het nadenken hoe dat het er dan moet uitzien, in andere steden. Het overal zelf gaan uitvoeren is moeilijk, maar dat zomaar uit handen is dat ook, want idealiter wil ik dat het exact gebeurt zoals het in mijn hoofd zit. Ik zou graag lezingen geven rond het project, en dan doen mensen ermee wat ze willen en laat ik dat los. Ik zou het niet half kunnen opvolgen. Of ik doe het helemaal, of ik doe het niet. Half zou me frustreren.

Ik zou er ook graag verhalen en een methodologie over schrijven, maar ook dat kost natuurlijk centen. Bovendien ben ik ook aan het nadenken over broertjes en zusjes van “Entree Entree”. Ik heb al iets concreet in mijn hoofd, maar ik wil dat nog niet verklappen (lacht).

Een soort van guerilla-actie, maar dan erg warm en mét toestemming van de betrokkenen. Het zou in een wijk kunnen, maar ook in een psychiatrisch centrum, in een gevangenis, in een rusthuis, in een jeugdinstelling. Overal waar mensen een injectie van warmte kunnen gebruiken. Het ding is dat iedereen dat wel kan bezigen natuurlijk.”

Zie je het zitten op heel dit project nog eens opnieuw te doen, of is dat voor jou te veel herhaling?

“Ik zie dat zeker zitten, het zullen andere mensen zijn. Elk verhaal is anders. Er zijn nog duizend en één dingen die ik wil doen.”

Interview: Chloë Teetaert

Wil je meer weten over dit project of wil je dit als afdeling organiseren?

Neem een kijkje op www.vermeylenfonds.be/entree-entree of op

https://www.facebook.com/Entree.Entree.raamquotes/