Waarom doen mensen wat ze doen? Een gesprek met Christophe Busch

'Ontmenselijking' is het nieuwe thema van ons driemaandelijks tijdschrift dng. We interviewden Christophe Busch over de rode draad doorheen zijn loopbaan: dehumanisatie en genocide.

Guy Kleinbatt3 Verkleind

Guy Kleinbatt (+foto homepage)


Het thema van deze DNG is ontmenselijking. U heeft een groot deel van uw loopbaan gewijd aan één van de gruwelijkste uitingsvormen van ontmenselijking, de genocide. Vanwaar komt die interesse?

 Christophe Busch: “Het is altijd een beetje artificieel om er één moment uit te kiezen maar ik denk dat het rond mijn 12de, 13de moet geweest zijn dat ik een boekenreeks van Lekturama cadeau kreeg. In één van die boekjes “de verschrikkingen van het nazi-systeem” werden enerzijds de gruwelen van de Holocaust beschreven en anderzijds  de pracht en praal van het nationaal socialisme. Dit contrast fascineerde me enorm. Ik wou begrijpen hoe groepsdynamica tot dergelijk onvoorstelbaar destructief gedrag kon leiden.  Vanaf dan begon ik boekjes en (toen nog) videocassettes te kopen en documentaires te volgen over WO II.

 Een ander belangrijk moment was mijn ontmoeting met Jan van Calsteren, een politieke gevangene onder de nazibezetting, die ik voor een opdracht Nederlands interviewde. Hoe meer je weet, hoe meer vragen er opborrelen. Na mijn middelbare studies twijfelde ik tussen geschiedenis, waar ik me feitelijk zou kunnen verdiepen in WO II en criminologie met een eerder gedragswetenschappelijke insteek. Het is het laatste geworden. Zo ben ik in de forensische psychiatrie terechtgekomen. Dat dadergedrag is zo’n beetje de rode draad doorheen mijn parcours. Ik volgde daarna nog holocaust- en genocidestudies, cursussen rond terrorisme. Het is ongelooflijk fascinerend hoe er overlappingen zijn tussen die domeinen, en hoe die verschillen. De rode draad in mijn loopbaan is de vraag ‘waarom doen mensen wat ze doen ?’“

Wat is ontmenselijking precies, welke mechanismen treden in werking wanneer men personen niet meer als mens gaat zien? 

“Heel interessant in dat verband is het Goldhagen- Browningdebat uit de jaren 90. Goldhagen poneerde dat anti-semitisme één van de definiërende aspecten van de Duitse samenleving was en dat Duitse soldaten daarom zeer gewillig waren om Joden te doden. Volgens Browning ging het dan weer om groepsdruk die gewone mannen deed afglijden naar onmenselijk gedrag. Die discussie is ongemeen interessant en uiteraard onmogelijk te beslechten: het zijn immers verschillende op elkaar inwerkende factoren die tot deze gruweldaden hebben geleid. Het is sowieso een complex samenspel.

Wat wij in terrorisme-  en holocauststudies proberen te doen is modellen en typologieën ontwikkelen die een - uiteraard reductionistische – verklaring zijn voor ontmenselijk en ontmenselijkend gedrag. Zo zien we dat radicalisering en ontmenselijking twee versterkende mechanismen zijn. Religieuze aanslagen en migratiedruk zullen extreem-rechts doen groeien waarna we waarschijnlijk een tegenreactie van extreem-links zullen mogen verwachten. Het definiëren van de ander als “niet zoals jou” is de kern (Otherisation naar Kathleen Taylor). Dehumanisatie en infrahumanisatie  zijn twee zijden van één medaille. Infrahumanisatie is het proces waarbij je je eigen “volk” als superieur gaat beschouwen. In het boekje “beestmens” “der untermensch” is dat heel helder in beeld gebracht. We zien blauwogige, blonde Duitse meisjes in turnpakjes tegenover foto’s van bv. kwaadaardige Russische gevangenen. Dat gebeurt allemaal heel geslepen en bijna zonder dat je het beseft. Een anecdote van het bezoek van de schoonbroer van een kampcommandant aan één van de kampen legt dat mooi bloot.  Op de kritiek dat het niet ok was wat er in de kampen gebeurde, antwoordde de commandant dat zijn schoonbroer de gevangenen nog te veel als mensen zag, terwijl ze zich als dieren gedroegen. De omstandigheden in de kampen waren natuurlijk van die aard dat er een struggle for life ontstond en mensen gewoon van hun waardigheid waren ontdaan.

En dat zie je nu ook gebeuren. We zijn niet superieur maar we hebben wel een democratie, dat is een superieur systeem; er  is een godsdienst die achterlijk is, we zijn geen racisten MAAR… en het gebeurt heel indirect en voor je het weet zit je in eenzelfde logica."

Kazerne Dossin Christophe Ketels 2

Christophe Ketels


Zijn de jaren 30 volgens u terug?

“Ik ben er geen voorstander van om één op één gelijkenissen te zoeken en mensen hitleriaans te noemen. Wat ik wel relevant vind, is te gaan vergelijken: er zijn uiteraard elementen die terugkomen, en daar moeten we waakzaam voor zijn. We moeten leren uit de blinde vlekken van toen. Er zijn evengoed verschillen. We leven in een interdependente geglobaliseerde wereld. Het is geen industriële wereld meer. De vorige oorlogen waren industriële oorlogen. Dit is een informatietijdperk. Oorlogen worden op een andere manier gevoerd. Dat zijn toch wel wezenlijke verschillen.”

Lang voor de Tweede Wereldoorlog had je de koloniale projecten, transatlantische slavenhandel, de uitroeiing van first nations wereldwijd, ook gebaseerd op uber- en untermenschen of één of andere vorm van raciaal denken. Zijn die van een andere orde dan de genocides op Europese bodem?

“Er zijn meer overeenkomsten dan doorgaans wordt gedacht. Het raciaal-biologisch koloniaal denken is eigenlijk deel van het kader waarbinnen Auschwitz is ontstaan. We hebben tot de zomer een tentoonstelling lopen ‘Auschwitz.camp’ waarin we willen aantonen dat Auschwitz een onderdeel was van een kolonisatieproject. Anti-semitisme was één laag, maar er zat evengoed een economische en industriële logica achter zoals bij de koloniale projecten.

Je zou zelfs kunnen zeggen dat het verlies van de Afrikaanse kolonies in 1919 één van de factoren was die Duitsland naar het Oosten heeft geduwd op zoek naar lebensraum maar in werkelijkheid vooral naar grondstoffen en goedkope mankracht. Het is nooit in de kolonisatoren opgekomen om de gekoloniseerden als mensen te zien. Dat gedachtengoed trok zich door in het imperialistisch project dat Auschwitz in oorsprong eigenlijk was.

We veroordelen gemakkelijk de gruwel van wat de Duitsers hebben gedaan maar we hebben zelf nog een hele weg af te leggen wat onze eigen dekolonisatie betreft. De deur staat op een kleine kier. Als ik naar mijn eigen sector, de erfgoedsector kijk, zie ik alvast een aantal bewegingen die op een positieve evolutie duiden.

Ten eerste heb je de participatieve manier van naar erfgoed te kijken. Vroeger was erfgoed het domein van de experten (AHD – authorised heritage discours) waarbij vooral het verhaal verteld werd vanuit de visie van de “slimme blanke man”.  Nu is er oog voor wat de bezoekers willen en wil men een museumbezoek omvormen tot een beleving. Zo heeft men bij de heropening van het Afrikamuseum ook een poging gedaan om stemmen uit de diaspora te betrekken. Er komt oog voor immaterieel cultureel erfgoed, praktijken en narratieven.

Daarnaast heb je de multiperspectiviteit die superdiversiteit onvermijdelijk met zich meebrengt. Wij hebben over Colombus als een held geleerd, Native Americans zien hem terecht als een genocidair. Iedereen brengt zijn eigen geschiedenis en referentiekader mee.

Dat zijn de dialogen die we moeten aangaan, en daar moeten we met zijn allen vaardiger in worden. We zetten stappen in die richting.”

Kazerne Dossin Christophe Ketels 5

Christophe Ketels


Toch is het mijn gevoel dat het stereotype denken erg hardnekkig is, dat het allemaal nogal traag evolueert en niet altijd in de juiste richting. Wat moeten we doen om het proces te versnellen?

“Dat zijn evoluties waar heel veel tijd over gaat. Ik begrijp dat de diaspora ongeduldig is. Ik denk dat wij aan de fundamenten moeten werken, maar niet verwachten dat het binnen deze generatie opgelost zal worden. Als je echt gedragsverandering wil, dan heb je nog meer pijn nodig en vooral een sense of urgency. Het kosmopolitisch denken, alle mensen worden broeders, doet daar geen goed aan. Het is niet realistisch. We evolueren naar een multipolaire wereld waarin we moeten leren om het conflict as such niet te vermijden. Er is niets verbindend aan tolerantie. Verschillen moet je niet “verdragen” maar bespreekbaar maken. Zoals de politiek filosofe Chantal Mouffe zegt: Strijd is onderdeel van een politiek proces. Een tegenstander is geen vijand. Dat beschaafd van mening verschillen zijn we kwijtgeraakt. We moeten enerzijds naar een vorm van conflictuele consensus gaan en anderzijds nieuwe referentiekaders opbouwen. Gedrag is immers gebaseerd op wat we denken dat de realiteit is. Als er iets in ons nog denkt dat je mensen kan opdelen volgens ras, religie en cultuur, zal dat ook uit ons gedrag blijken. Dat laatste is een overblijfsel uit de moderniteit: het categoriseren en segmenteren van de realiteit. Het werkt ontmenselijkend, en daar zijn we nog niet helemaal van af. Dat moeten we stap voor stap deconstrueren en in dialoog gaan. Het is een taak van iedereen. Onderwijs, media, op café.”

 Wat zou een nieuw referentiekader kunnen zijn?

“Ik ben nogal fan van Bauman die de moderniteit heeft bestudeerd en tot de conclusie kwam dat we nu in een vloeibare samenleving leven. We moeten onze oude zekerheden en tribale structuren loslaten en ons gemeenschapsleven herdefiniëren. Zo nam ik kort na de aanslagen in Parijs en Brussel deel aan een kringgesprek in de rand van Brussel, rond terrorisme en islamofobie. Daar zaten oudkomers en nieuwkomers en ook een Syrische vluchtelinge. Uit het gesprek bleek dat de bezorgdheden van alle deelnemers gelijkaardig waren. Ze hadden schrik voor de wereld waarin hun kinderen zouden terecht komen. Dat soort initiatieven zijn de toekomst. Als je fenomenen die een ver-van-ons-bedshow lijken, een menselijk gelaat kan geven, in een concreet verhaal kan brengen, verhoog je de empathie. Zolang vluchtelingen een amorfe massa zijn, is het moeilijk mededogen te voelen. Het beeld van kleine Aylan, dat de wereld rond is gegaan, heeft het leed van de vluchtelingen plots heel tastbaar gemaakt.

De globalisering biedt op dat vlak veel mogelijkheden, maar het werkt ook ontwrichtend. Als blanke man moet ik me heel goed bewust zijn van mijn privileges. Je merkt dat dat veel weerstand oproept, maar we moeten erdoor. Als land moeten we heel goed beseffen dat we al onze pracht en praal te danken hebben aan wat we in de kolonies gaan roven zijn, dat daar ook beschavingen waren en geen niemandsland dat op onze beschaving zat te wachten. Daarnaast zijn we hypergeconnecteerd en worden virtuele realiteiten alsmaar belangrijker. Al die verhalen moeten verteld worden. We zijn een verhalende diersoort en bouwen ons referentiekader op via verhalen. Daar zit de sleutel. Zo kunnen we het openbreken. Verantwoordelijkheid nemen en systemen veranderen."

Change the systems, ik beschouw het als (pacifistische) Call for action

Bedankt voor het gesprek.

 Judy Vanden Thoren

(Afdelingen kunnen Christophe Busch boeken voor een lezing over polarisatie en mensenrechten)