DNG 2/2024 - De Boon

De Nieuwe Gemeenschap - driemaandelijks tijdschrift van het August Vermeylenfonds 01-03/2024 - AFGIFTEKANTOOR GENT X erkenningsnummer P 309 575 - vu: Willem Debeuckelaere - p/a V.F. Tolhuislaan 88, 9000 Gent bpost PB-PP BELGIE(N) - BELGIQUE dng

DE GEUR VAN EEN BOEK ...

Het eerste wat ik doe wanneer ik een nieuw boek in handen heb, is het ergens willekeurig openslaan en eraan ruiken. De geur van een nieuw boek, de letters en zinnen die je nog niets vertellen, de zuiverheid van een onbeduimelde kaft, de spanning van een nauwelijks opengetrokken boekenrug, ... het heeft iets zinderends. Een tastbaar begin van een reis in een nieuw verhaal. Het boek zal nooit verdwijnen. Ook Melissa Giardina is daarvan overtuigd en verspreidt dagelijks haar boekenliefde via het Leesfonds dat de ambitie heeft elk kind een boek te geven. Eva Rousselle wil via het boek meer mensen samenbrengen, ook mensen die zelf niet kunnen lezen. Door (voor)te lezen komt het boek en vooral het verhaal dichterbij. Mensen de liefde voor het boek meegeven en tot lezen aansporen is niet alleen de bedoeling van deze editie maar ook van de Boon voor Literatuur. In het kader van deze jaarlijkse literatuurprijs voor het beste Nederlandstalige boek, ontstonden bij het Vermeylenfonds verschillende leesgroepen oa. in Gent, Oostende, Aarschot enz. Mensen samenbrengen om te lezen en te spreken over een boek dat iets met hen doet of nét niet. Lees hun waarderingen en beoordelingen en stem op uw favoriete boek via de QR-code of www.deboon.be. Het Vermeylenfonds reikt immers de publieksprijs uit twv. 5.000 euro! Op een toepasselijke locatie in Antwerpen hadden we een boeiend gesprek met Matthijs De Ridder, auteur van 'Paul Van Ostaijen, de dichter die de wereld wilde veranderen'. Hij brengt 'zot Polleken' terug tot leven in een volwaardige biografie en eerbetoon aan deze grootse Vlaamse avant-gardist. Een boom van een boek en grote kanshebber voor de Boon. Met 'Alkibiades', een rijk gedocumenteerde historische roman van Ilja Leonard Pfeijffer, maken we een reis door de tijd naar het verleden en de eerste tekenen van het verval van de democratie in het oude Griekenland. Filosoof Hans Achterhuis schrijft een brief, niet naar Pfeijffer maar naar Alkibiades in person. Het had misschien een mooie 'pennenvriendschap' kunnen worden met deze fascinerende historische figuur. Ontdek in dit nummer ook de andere boeken die genomineerd zijn of de nominatie niet gehaald hebben, laat u inspireren of laat u gewoon verleiden door het boek dat het lekkerste ruikt.

Sarah Mistiaen

Inhoud april-juni/2024

Eyecatcher ................................................................................. 03

SamenLezen - Eva Rouselle ........................................................... 04

Van Ostaijen - de dichter die de wereld wilde veranderen - Matthijs De Ridder ....................................................................................... 06

De ongelijkheidsmachine - Paul Goossens ........................................ 10

Elk Kind een boek - Melissa Giardina ............................................... 12

Brief van Alkibiades - Hans Achterhuis ............................................. 15

Goed Nieuws ............................................................................... 17

Galapagos - Michaël Olbrechts ....................................................... 18

Boeken(b)uren ............................................................................ 20

Agenda - verslag - ....................................................................... 23

Column - Peter ............................................................................ 26

Gedicht ...................................................................................... 26

Column - Anita ............................................................................ 30

Colofon

DE NIEUWE GEMEENSCHAP driemaandelijks ledenblad van het August Vermeylenfonds vzw; verschijnt op 15 maart, 15 juni, 15 september en 15 december.

REDACTIE Peter Benoy, Tom Cools, Willem Debeuckelaere, Chantal De Cock, Sarah Mistiaen, Johan Notte, Kristel Gijbels, Nico Pattyn, Philippe Rombouts, Paul Teerlinck, Eliane Van Alboom, Judy Vanden Thoren, Hans Vandevoorde, Anita Van Huffel en Anne Van De Genachte (+ vormgeving)

ALGEMEEN SECRETARIAAT Tolhuislaan 88, 9000 Gent, 09 223 02 88 - e-mail: info@vermeylenfonds.be - website: www.vermeylenfonds.be - openingsuren: 9u - 12u en van 13u tot 17u

ABONNEMENT 15 euro (4 nummers)

LIDMAATSCHAPSBIJDRAGE 15 euro per individu. U kunt lid worden door aan te sluiten bij een plaatselijke afdeling of door overschrijving op rek.nr. BE50 0011 2745 2218 van het Vermeylenfonds vzw, Tolhuislaan 88, 9000 Gent. Leden ontvangen gratis De Nieuwe Gemeenschap.

COVER: Bewerkt campagnebeeld Boon voor literatuur 2024, herwerkt Anne Van De Genachte

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Willem Debeuckelaere, p/a Tolhuislaan 88, 9000 Gent Auteursrechten personen die we niet hebben kunnen bereiken i.v.m. eventuele auteursrechten kunnen de redactie contacteren.

STEUN HET VERMEYLENFONDS Giften vanaf 40 euro zijn fiscaal aftrekbaar. Reknr. BE50 0011 2745 2218, Vermeylenfonds, Tolhuislaan 88, 9000 Gent. Om reden van milieuvriendelijkheid wordt dit tijdschrift op chloorvrij recycleerbaar papier gedrukt.

-3-

Boon voor literatuur

Ik hou van het nog niet

Ik hou van het nog niet van een vonkje de mogelijkheden op een kier. Ik bevind me onderhuids beluister witregels, dwaal door het donker van een oogopslag. Belommer het verlangen bespeur de asse in de aanvang ontspring de dans. Misschien is het dit het vallen, en in de vlucht het vinden: dichtbij.

Helena Schepens

-4-

SamenLezen

is méér dan samen lezen ...

In het kader van De Boon voor Literatuur zijn er bij het Vermeylenfonds verschillende leesgroepen opgericht. Maar wat is het verschil tussen een Samenleesgroep en een leesclub of leesgroep? Is het enkel een andere benaming of is er een wezenlijk verschil? Eva Rousselle: "Een SamenLezen-groep noemen we geen klassieke 'leesgroep' omdat mensen daar inderdaad een andere connotatie bij hebben. Het is ook geen 'voorleesgroep' ook al wordt er luidop voorgelezen. We doen toch wel meer dan dat, want we gaan ook in gesprek met elkaar over de tekst. Het is dus ook niet gewoon voorlezen waarbij mensen lekker kunnen indommelen. Het gesprek met elkaar is belangrijk. Eén van de grote verschillen met 'klassieke' leesgroepen is dat je zelfs kan deelnemen zonder dat je kan lezen, want er wordt immers voorgelezen."

Wat gebeurt daar precies in zo een Samenleesgroep, hoe verloopt zo een bijeenkomst? "We zitten in groep met een tiental mensen en de begeleider kiest een kortverhaal en een gedicht. De begeleider leest dit voor. Soms wordt er gevraagd of iemand anders een stukje wil verder lezen. Af en toe wordt er gepauzeerd in het verhaal en ga je met elkaar in gesprek. Over wat mensen kwijt willen over dat verhaal, waar het hen doet aan denken, hoe ze de personages zien, welke gevoelens er bij hen opkomen, wat de sfeer is enz. Vooral de beleving van het verhaal is belangrijk. Hoe raakt jou het? Is er een woord of een zin die voor jou van belang is? Zo duiken we écht in het verhaal. Mensen hoeven niks te zeggen, ze mogen ook gewoon luisteren. Waar we ook aandacht aan besteden is de gezelligheid. We zitten samen in een knusse ruimte met een drankje of koekje erbij en we genieten van literatuur."

Vooral de beleving van het verhaal is belangrijk

Wie neemt er deel aan zo een groep en hoe kom je erbij? Moet je voorkennis hebben of een erudiet lezer zijn? "We willen dat het zo toegankelijk en zo laagdrempelig mogelijk is. Je hoeft zelfs helemaal niet te kunnen lezen. Voorbereiding is niet nodig en kan ook niet want je weet niet welk verhaal gekozen is. Het is een verrassing. Je kunt gewoon genieten van het 'voorgelezen worden' van verhalen en poëzie. We lezen in blokjes, pauzeren even om een gesprek te voeren en lezen dan weer verder. We beëindigen telkens de sessie met een gedicht."

Het is toch anders dan ik me had voorgesteld. Het is niet zo dat een boek uitvoerig wordt besproken zoals in de meeste leesclubs. Hier wordt een kortverhaal van begin tot einde voorgelezen? "Ja, het kortverhaal was voor mij een genre dat ik niet zo goed kende voor ik aan SamenLezen begon. We vinden het belangrijk dat het kwalitatieve literatuur is en zorgen er via de werkvorm voor dat het nooit 'te hoog gegrepen is'. Het is boeiend om te zien hoe iedereen de tekst op een andere manier beleeft. Zo bouwen we samen aan wat die tekst voor ons betekent en legt iedereen er verschillende betekenissen in. Zo groeit dat verhaal. Het is misschien verrassend maar we hebben het eigenlijk nooit over de auteur of z'n bedoeling. Het gaat niet over stijl of taal technische analyse van de tekst. Het gaat echt over de beleving van het verhaal. Het is de bedoeling om mensen opnieuw te laten genieten van verhalen."

Is het dan therapeutisch? "Nee, het is zeker niet bedoeld als therapie. Van mensen wordt niet verwacht dat ze persoonlijke zaken vertellen, het mag maar het hoeft niet. We gaan niet het persoonlijke verhaal van iemand uitspitten. Maar SamenLezen kan wel een therapeutisch effect hebben zoals ook het beleven van een film of een boek of een goed gesprek. Uit onderzoekt blijkt dat het zelfvertrouwen toeneemt, mensen gemakkelijker hun gedachten kunnen verwoorden, ook stilstaan

-5-

bij wat ze voelen en denken. Bij senioren werkt het erg verbindend, als middel tegen eenzaamheid en ook om verhalen van vroeger te vertellen en herinneringen op te halen."

SamenLezen gaat door op zeer diverse locaties. Hoe kan men deelnemen aan zo een groep? "We organiseren vaak Samenleesgroepen op plekken waar 'genieten van literatuur' niet zo evident is bv in de gevangenis, psychiatrie, bij senioren, enz. We zijn nu ook gestart met een groep voor anderstaligen. Bij verschillende groepen merkte ik dat veel mensen niet lezen of afgeknapt zijn op literatuur door de manier waarop dat op school vaak werd aangeboden. Mensen denken dat ze het niet kunnen of begrijpen, maar dan lezen we het gewoon voor en we zien wat het met hen doet. Zelfs wanneer het gedicht hen moeilijk lijkt of ze het niet mooi vinden, vragen we wat precies ze niet mooi vinden. Zo komen we toch tot weer tot een interessante uitwisseling. Iedereen verrijkt het verhaal en gedicht op zijn manier. Het 'elitaire' karakter dat soms geassocieerd wordt met literatuur en poëzie verdwijnt hier volledig. Literatuur wordt letterlijk een middel om mensen samen te brengen en hun verhaal te delen. We willen het toegankelijk maken voor iedereen en het is volledig gratis. De begeleiders zijn vrijwilligers die door ons een opleiding krijgen en verder gecoacht worden."

Misschien zijn er lezers die graag zo een groep willen begeleiden?. "Je vindt meer info op de website van Avansa. Ook krijg je daar een overzicht van alle Samenleesgroepen in en rond Gent en Vlaanderen. Er is ook een structurele samenwerking van Avansa met oa. het Vermeylenfonds voor het project Ampersand. Een verbindende krul of Ampersand vormt de basis voor een reeks literaire avonden. Ampersand brengt een combinatie van de meest denkbare literaire genres zoals Slam en Spoken Word, poëzie, kortverhaal, column, stand-upcomedy, theater, kortfilm, verhaal, rap, cross-over en muziek. De volgende bijeenkomst is op 18 april, in de kelderzaal van De Centrale in Gent, rond het thema Lust. Hou zeker de website in het oog."

Doen we! Hartelijk bedankt, Eva. "Dat bepalen wij intern. We krijgen de manuscripten binnen, we lezen en bespreken ze. We werken met freelancers en redacteurs, die daar dan dieper op ingaan. We kunnen immers niet alles zelf doen. We hebben daarnaast ook nog de Poëziekrant."

Sarah Mistaen

Avansa.be | avansa-regiogent.be/projecten/samenlezen-algemeen | avansa-vlad.be

BIO Eva Rousselle is Licentiaat in de Filosofie en in de Vergelijkende Cultuurwetenschappen. Ze werkt bij Avansa regio Gent waar ze cursussen, workshops en projecten coördineert rond filosofie, zingeving en literatuur. Ze begeleidt filosofieleesgroepen, dialooggroepen, Samen Lezensessies, cursussen over rouw en andere existentiële thema's en introducties in de stoïcijnse filosofie.

© Carmen Devos

flagey 23/24

jakob bro, midori takada & friends 08.03-24

takuya kuroda 16.03.24

eliott knuets 5tet 21.03.24

somi 2103.24

louise van den heuvel quartet 19.04.24

arcadi volodos 12.06.24

fred hersch 31.05.24

-6-

"Chaos als monument, een leven als een wonderdoos"

(Foto): © Paul Teerlinck

Van Ostaijen - de dichter die de wereld wilde veranderen - Matthijs De Ridder

Kort na de bekendmaking van de shortlist werd de afspraak gemaakt. Gelukkig waren er nog drie weken tussen voordat we naar het hotel Dumont zouden gaan. Tijd die we goed hebben kunnen gebruiken: om de 850 bladzijden tekst (en de daarbij horende voetnoten en illustraties - ook niet te versmaden) te lezen; om nog andere teksten van onze laureaat over Van Ostaijen en de modernisten te savoureren, om van tijd tot tijd toch te grijpen naar het werk van de man zelf, de dichter, schrijver, om verder op zoek te gaan naar één van die vele figuren of gebeurtenissen die in het boek voorbij marcheert ... Van Ostaijen, de dichter die de wereld wilde veranderen, is een monument en een wonderdoos. Het laat u binnenschrijden in de tempel van de geschiedenis en de schone kunsten, de literatuur voorop. Waar je het ook openslaat, begint een tintelende speeldoos te draaien die je verwondert maar vol overgave mag uitdagen om verbaasd en verrukt mee te drijven in de rollercoaster van het wedervaren van Paul Van Ostaijen en zijn entourage. Vlakbij de poort van de zetel van Literatuur Vlaanderen in de Lange Leemstraat is het huis waar onze held en

-7-

geliefde schrijver geboren is en zijn jonge jeugd heeft doorgebracht: een nu wat troosteloze winkelpui met in de vitrine een dermate chaotische opstapeling van dozen, meubeltjes en kapot huisgerief dat, ware het een gewilde installatie geweest, de perfecte voorstelling zou kunnen zijn van de chaos, het feest van angst en pijn maar zeker van de BOEM ... We lopen er dus niet achteloos voorbij maar groeten met ontzag deze dingen. Daaag. Matthijs ontvangt ons in het paviljoen in de tuin van het hotel Dumont. Een imposante verzameling -er wordt wel wat geschreven en uitgegeven- in een ellipsvormige bibliotheek. Koffie, thee en de eerste voor de hand liggende vraag aan de man die vanuit Noord-Nederland ons Vlamingen Van Ostaijen zoveel beter heeft leren kennen.

(Foto): vlnr Matthijs De Ridder, Tom Cools en Willem Debeuckelaere © Paul Teerlinck

Matthijs, Hoe ben jij zelf in contact gekomen met het werk van Paul Van Ostaijen?? Matthijs De Ridder: "Via de school. Niet zo evident want ik ging in Nederland naar school. In het onderwijs hier wordt er meer aandacht aan Van Ostaijen besteed. Toen er gedichten van hem voorbijkwamen viel het me al snel op deze anders waren. Aan de universiteit in Groningen ging ik vervolgens literatuur studeren. Daar werd er natuurlijk meer aandacht aan hem besteed. Ik merkte al snel dat mijn interesse uitging naar de Vlaamse literatuur en dat ik graag boeken las van contraire mensen. Leg die twee dingen samen, dan kom je uit bij Paul Van Ostaijen. Die interesse is ook nooit meer weggegaan. Zowel mijn thesis als mijn doctoraat gingen over die Vlaamse kring van auteurs. Iemand als Van Ostaijen speelde daar een grote rol in maar ook Gaston Burssens en tien jaar later de Antwerpenaar Stan Soetewey, die onder de naam Kurt Köhler schreef. Dat was de laatste van de expressionisten die het avant-gardistisch experiment uitvoerde, in zijn geval in proza. Die hele generatie heeft me altijd al gefascineerd. Dat is een fascinatie die heel diep zit en langzamerhand steeds groter is geworden. Rond 2016 begon ik na te denken over het schrijven van een biografie van Van Ostaijen. In alle boeken die ik tot dan had geschreven, was er altijd een naam die terugkwam, en dat was Paul Van Ostaijen. Dus leek het me niet zo'n slecht idee over hem het grote verhaal te vertellen."

Paul Van Ostaijen leefde in turbulente tijden. De ideologische chaos is prominent aanwezig in het boek. "Absoluut. Daarom heb ik in het begin van het boek een tweede hoofdpersonage geïntroduceerd, en dat is de stad Antwerpen. Wanneer je in school leert over Van Ostaijen, dan verschijnt hij daar ineens, als een eenling, een briljante poëzieschrijver. En dan is hij weer weg. Als een steekvlam. Een dichter die uit het niets komt, iets speciaals doet en dan weer verdwijnt. Dat is raar. Iemand komt altijd ergens vandaan. Voor een deel ligt dat in de persoonlijke geschiedenis, maar nog veel meer in de omgeving waarin hij opgroeit. Zijn ouders komen in de Lange Leemstraat terecht. Hij is er ook geboren. Dat ze in deze wijk terechtkomen is geen toeval. Het is de eerste uitbreidingswijk nadat de Spaanse omwalling is afgebroken. Hier kwamen mensen wonen die het beter kregen, die vooruit wilden in het leven. Dat was precies ook wat zijn ouders wilden. Zijn moeder was een boerendochter die niet graag in het oude dorp bleef wonen. Ze kon hier een beter leven opbouwen. De vader van Van Ostaijen net zo, een loodgieter uit Nederland. Zij hebben elkaar in Antwerpen ontmoet, in deze wijk waarin iedereen een beter leven wilde opbouwen. Zij zeggen ook heel expliciet tegen hun kinderen: "Wij werken wel met onze handen, maar dat gaan jullie niet meer doen. Jullie gaan met het hoofd werken." Van de vier kinderen die levensvatbaar bleken, ging de dochter een jaartje naar de Sorbonne. Dan heb je nog de priester, de handelsingenieur. Er moest nog iemand een klassieke opleiding volgen die leidt naar een achtenswaardige professie, en dat is de kleine Paul. De context was er een van 'ga maar studeren, ga maar, zorg ervoor dat je iets wordt in het leven.' Dat gebeurt allemaal in de Antwerpse context. Aan het eind van de 19de eeuw lijkt de schoolstrijd uitgevochten. De liberalen en katholieken vinden een soort van evenwicht. Onderwijs is een gemeentelijke bevoegdheid geworden. De vraag of God in het onderwijs zit, mag het stadsbestuur uitmaken. In een

-8-

stad als Antwerpen - de grootste stad van het Nederlandstalig deel van het land - is dat een probleem want de liberalen blijven in dat stadsbestuur. De schoolstrijd blijft hier dus voortduren. In die context groeit Van Ostaijen op. Van zijn ouders moet hij vooruit in het leven, maar dan op een vlak waar hij zich niet erg thuis voelt. Hij zou eigenlijk dokter of advocaat moeten worden. Tegelijkertijd ontstaat bij hem de behoefte aan cultuur. Op dat moment is die cultuur in België grotendeels in het Frans terwijl zijn gezin puur Nederlandstalig is. Op het moment dat zij cultuur zoeken, zal dat in het Nederlands moeten zijn. Van Ostaijen is ook wel geïnteresseerd in de nieuwe Franse literatuur, maar wat hij absoluut wil bereiken is een eigen Nederlandstalige cultuur maken. Die ideologische chaos komt daar grotendeels vandaan. Van Ostaijen en een aantal mensen uit zijn generatie voelen zich vrij in hun denken en in het uiten van wat ze vinden. Die houding is onverzoenbaar met het bestaande systeem. Maar ze krijgen totaal geen gehoor, en daar komt die chaos vandaan. Ze weten wat ze willen veranderen, maar er is totaal geen context waarbinnen ze dat voor elkaar kunnen krijgen."

Je ziet ook de behoefte om in kleine groepen te gaan samenklitten. "Als je over heel Europa gaat kijken hoe die avant-garde eruitziet, dan zie je veel kleine groepen. Zij maken allemaal een manifest en hebben allemaal een tijdschrift. Ze hebben ook een groep met wie ze exposeren in galerieën. Dat is het circuit.

Maar dat wordt in de Nederlandstalige cultuur gekoppeld aan een traditie van cultuurflamingantisme. Je had ontzettend veel van dat soort verenigingen, die bijna altijd hetzelfde deden. Ze ontmoetten elkaar en gingen voorlezen uit Conscience, Gezelle, Rodenbach. Soms werd dat iets meer uitgebreid. Vermeylen werd gelezen in de Vlaamse Bond, de vereniging in het atheneum, waar Van Ostaijen na zijn passage in het katholieke onderwijs terechtkwam. Maar meer gebeurde er dus niet. Heel lang is dat hetgeen waar het cultuurflamingantisme uit bestond."

Hoe belangrijk waren Vermeylen en Van nu en straks voor Van Ostaijen en zijn vrienden? "Je hebt Vermeylen voor de eerste wereldoorlog en Vermeylen tijdens en na de eerste wereldoorlog. De generatie van Van Ostaijen ging het activisme in en Vermeylen niet. Dat is de scheiding van de geesten geweest."

"De generatie van Van Ostaijen ging het activisme in en Vermeylen niet. Dat is de scheiding van de geesten geweest."

"Maar als je de eerste essays van Van Ostaijen leest over hoe ze zich moeten opstellen, dat is gewoon Vermeylen in een ander jasje. Hij schrijft dat elke jongere een activist is, en voor hem is het activisme een soort van avant-gardistische leer, wij moeten duidelijk maken waar de pijnpunten liggen. Dat is precies wat Vermeylen deed in zijn twee essays. We moeten er ook voor zorgen dat er iets daadwerkelijk verandert. Ook de gedachte dat we Vlaming moeten zijn om Europeeër te worden, is een argument dat Van Ostaijen hanteert. Dat romantisch flamingantisme interesseert hem niet. Dat is oude koek, maar omdat het nog niet geregeld is, moeten we wel. Maar de focus ligt eigenlijk op de internationale literatuur."

"Dat romantisch flamingantisme interesseert hem niet."

Dat is wel merkwaardig. Hij is dan wel activist, maar eigenlijk is hij onderdeel van een heel kleine groep binnen dat activisme, die zich internationalistisch en socialistisch opstelt. Valt dat niet moeilijk te rijmen met de Raad van Vlaanderen en de kliek van Borms die daar de dienst uitmaakt? "Wel en niet. Het gaat te ver om te zeggen dat hij daar niets mee te maken had. Hij behoort tot die activistische groep, en daar behoort ook Borms toe. Ook al is hij het ideologisch niet eens met Borms, dat activisme is een soort nest waar hij in thuishoort. Tijdens de eerste wereldoorlog zie je wel dat hij er tegelijkertijd wel en niet toe behoorde. Hij vond zijn weg wel in de gemeenschap die ze hadden opgebouwd. Hij werkte mee aan al die tijdschriften. Hij zal ook wel net als Borms hebben gedacht dat het koninkrijk België moest ophouden te bestaan. Maar daarmee was ook alles gezegd. Borms was niet degene die vond dat Vlaanderen vervolgens moest opgaan in het socialistische Europa. Dat vond Van Ostaijen wel."

Wat frappant is bij Van Ostaijen, is dat veel projecten onafgewerkt blijven.?  "Als je de karakteriële tekortkomingen van Van Ostaijen in kaart zou brengen, dan is het niet in een collectief kunnen werken daar één van. Als er compromissen gesloten moesten worden, dan haakte hij af. Op het moment dat hij alles zelf kon bepalen liep het wel op rolletjes. Maar zijn grootste kwaliteit is tegelijkertijd ook zijn grote zwakte. In z'n vier bundels heeft hij totaal andere poëzie geschreven. Dan moeten we de vijfde nooit samengestelde bundel er eigenlijk nog bij rekenen. Die gedichten zijn telkens zo anders dat je Van Ostaijen de poëzie telkens weer opnieuw ziet uitvinden. Dat is uniek. Je vindt geen andere dichter die zichzelf zo snel ontwikkelt. Tegelijk is het een nadeel. Mensen kunnen niet meer volgen. Ze zijn net gewend geraakt aan het breed uitgesponnen expressionisme van Het Sienjaal, waarin er collectief wordt opgeroepen naar een nieuwe en betere wereld. Het boek is nog maar twee

-9-

maanden uit of Van Ostaijen bedenkt dat het volledig anders moet. De volgende gedichten die hij publiceert zijn onbegrijpelijk voor de mensen."

Ook de critici beschouwden op dat moment Het Sienjaal als zijn meesterwerk en vonden Bezette Stad een brug te ver. Terwijl we daar nu juist omgekeerd naar kijken. "In de neerlandistiek zijn het de nagelaten gedichten die als zijn belangrijkste werk beschouwd worden. Hij is vooral gecanoniseerd op basis van deze gedichten. Dat is het boek dat hij nooit heeft gemaakt. Hij had wel een titel bedacht, maar dat weten we ook maar uit derde hand. Dat zou 'Het eerste boek van Schmoll' hebben geheten. Het is poëzie die zo ver is geëvolueerd, die toen zo modern was, dat we er nog steeds niet aan voorbij zijn. Als we nu hele goeie poëzie aanwijzen, dan zitten daar eigenlijk nog steeds dezelfde kenmerken in."

Ritme, klank, ... "Precies. Een soort associatief omgaan met woorden en betekenis. Eén van de basisprincipes van onze poëzie is dat het de meerduidigheid uitbuit. Dat kunnen we eigenlijk bijna terugvoeren op één iemand. Waarmee ik Gezelle en van de Woestijne niet wil uitvlakken. Die hebben natuurlijk ook een aantal principes geïntroduceerd waar we wel wat mee kunnen. Maar bij hen was dat meer intuïtief. Van Ostaijen wist heel duidelijk wat hij aan het doen was en kon daar dus ook veel meer mee, juist omdat hij ook de abstractie kon opzoeken."

En dan geeft Matthijs ons beeldig hoe Van Ostaijen zijn theorie heeft uiteengezet in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel - voor een massaal opgekomen publiek - en het dan ook heeft toegepast, gedemonstreerd, door één van zijn laatste gedichten voor te dragen: Melopee .... Een zaal, nokvol toehoorders, die door z'n voordracht tot verstomming en verrukking geslagen werd. Vermeylen zal er ook wel geweest zijn. Het gesprek meandert verder, over Vermeylen die wel erkende wat die Van O. teweegbracht heeft en kon betekenen, maar het toch moeilijk bleef hebben met diens activistisch verleden en de chaotische wereldbeelden, over onthullingen die het oorlogsverleden van Van O. nog wat zwarter kleurden dan al gedacht maar à la limite enkel bevestigden wat al geweten en geschreven was, over de speculatieve vraag wat Van O. zou gedaan hebben net voor en in WOII, over René Victor, zijn toeverlaat en gedegen liberaal advocaat, over de toch wel merkwaardige vaststelling dat de vijf laureaten van de Boon voor literatuur enkel en alleen Nederlanders zijn, over de Vlaamse letteren en het verpletterende overwicht van Amsterdam in de Nederlandstalige letteren waar de voorzitter van de Vlaamse Auteursvereniging (M.DR) zo zijn mening over heeft, over het modernisme in de Vlaamse letteren en het toch wel merkwaardige feit dat dit lemma niet terug te vinden is in de Vlaamse canon, over het Réveil van het werk van Van Ostaijen .... Het is middag en de ingeschatte tijd is meer dan verstreken. Of hoe een kort leven niet alleen een magistraal boek kan opleveren maar ook een oeuvre dat niet meer weg te denken is uit onze Nederlandstalige literatuur. Dank aan de man die dat nu voor ons heeft verankerd.

Interview: Willem Debeuckelaere en Tom Cools Foto's: Paul Teerlinck

BIO: Matthijs de Ridder (1979) is schrijver en criticus. Hij bezorgde werk van Louis Paul Boon, Gaston Burssens, Paul van Ostaijen en Kurt Köhler en publiceerde onder meer de bekroonde werken 'Aan Borms. Willem Elsschot, een politiek schrijver' (2007), 'Rebelse ritmes. Hoe jazz & literatuur elkaar vonden' (2012) en 'Behoud de Begeerte. Een literaire geschiedenis 1984-2014' (2014). In 2021 publiceerde hij Boem Paukeslag, een spannende verkenning van Paul van Ostaijens meesterwerk Bezette stad. Matthijs noemt zichzelf een handelaar in teksten: hij schrijft boeken, redigeert, geeft lezingen, modereert debatten en doceert Nederlandse letterkunde. Sinds 2009 zet hij zich samen met het Paul van Ostaijengenootschap in voor de studie en de promotie van het werk van Paul van Ostaijen.

-10-

'De ongelijkheidsmachine' - Paul Goossens

Een thema dat hard op de deur klopt

In Gent werd één van de leesgroepen opgestart rond het boek 'De ongelijkheidsmachine' van Paul Goossens, een boek dat de longlist haalde van de Boon Literatuurprijs 2024. We spreken met Marc Bontemps, initiatiefnemer.

Waarom werd net dit boek uitgekozen door uw leesgroep? Ik neem aan dat het thema 'ongelijkheid' de doorslag gaf? Marc Bontemps: "Er is een dubbele insteek. Het thema is relevant en het boek werd vrij positief onthaald in publieke recensies. Maar het gaat wel om een boek van ruim 500 bladzijden. Het is weliswaar een journalistiek, en geen wetenschappelijk werk, maar er is toch een drempelvrees om dit te lezen. Hoe begin je daar aan? Als je dat kunt faciliteren via een leesgroep is dat een goede zaak. Ik had niet ingeschat dat de leesgroep zo succesvol zou zijn. We zitten met twaalf aan tafel, elk met een eigen achtergrond. We hebben het opzet zeer open gelaten. Eerst zouden we het boek per hoofdstuk lezen en bespreken, ondertussen hebben we er voor gekozen om het eerst helemaal te lezen en dan thematisch te bespreken. We zorgen ook voor een actuele insteek, we sturen artikels naar elkaar door."

Blijft de vraag waarom net dit thema behandeld wordt?  "We leven in tijden waar heel wat uitdagingen op ons af komen. Het klimaat bv. dringt zich al een aantal decennia op als cruciaal thema en staat ondertussen ook op de maatschappelijke agenda. Ongelijkheid komt als thema maar recenter op de deur kloppen. We willen wat op ons afkomt kaderen, er meer kennis rond verzamelen. Er was natuurlijk al Thomas Piketty, maar het boek van Paul Goossens is een eerste referentiewerk in ons taalgebied. Het plaatst ongelijkheid in een historisch kader. Het thema is ook veel ruimer dan armoedebestrijding. Ik was er mij bv. niet van bewust dat tijdens de Franse Revolutie 70 % van de Parijzenaars geen rooie duit had. In feite ging de revolutie toen om een verschuiving van rijkdom van vooral de Kerk naar de bourgeoisie. In de negentiende eeuw heeft die kunnen blijven rijkdom accumuleren, de ongelijkheid groeide schrikbarend. Dat is dan ontploft via twee wereldoorlogen. Het offer van de gewone man in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog heeft er voor gezorgd dat de ongelijkheid teruggedrongen werd. Maar wat als men eerder via een erfbelasting de opbouw van de ongelijkheid was tegengegaan? Leefden we dan nu in een andere wereld? Nu ligt erfbelasting onder invloed van populistische retoriek onder vuur. Geschiedenis vanuit ongelijkheid bekijken verruimt de blik en verscherpt de visie op actuele thema's. Ik zie wel hoe de kijk op het thema evolueert. De Nationale Bank meet nu voor het eerst de ongelijkheid, en dat is een goede zaak. Ongelijkheid zorgt voor een maatschappelijke aderlating. Hoeveel mensen met talenten hebben door onvoldoende middelen geen passende opleiding kunnen volgen, waardoor die talenten nooit op de arbeidsmarkt aan bod kwamen? Mijn eigen ouders zijn hier een voorbeeld van. Als ik dan hoor dat de nieuwe Argentijnse president, Javier Milei, de leerplicht tot twaalf jaar wil afschaffen is het duidelijk dat we dit thema moeten blijven op de agenda zetten."

"Ongelijkheid zorgt voor een maatschappelijke aderlating."

Is er door recente nationale en internationale ontwikkelingen extra urgentie rond ongelijkheid? "Sommige cijfers van de laatste jaren zijn hallucinant. De rijkdom die de zogenaamde 'big seven', de zeven grote Amerikaanse techbedrijven, verzameld hebben staat in schril contrast met de vijf miljard mensen op deze aarde die armer worden. Jeff Bezos van Amazon installeert armoede bij zijn werknemers en zet hen aan het werk in penibele arbeidsomstandigheden. En wij helpen met onze consumptie het systeem in stand houden."

Is dat geen onderklasse die ook bij ons bestaat? Mensen in vaak precaire omstandigheden die tegen een zeer laag loon het vuile werk opknappen in de bouw, horeca, als pakjesbezorger? "Er is een circuit bij ons vol uitbuiting en mensenhandel. Wist je dat Minister Petra De Sutter de pakjesdiensten heeft gereglementeerd? Correcties zijn mogelijk maar hoe zit het ten gronde? We kijken met afschuw terug naar de uitbuiting in de Gentse textielfabrieken in de negentiende eeuw. Wat we daarbij vergeten is dat het Gentse katoen geproduceerd werd via slavenarbeid in Amerika. Er was een hele keten van uitbuiting. Textielbaronnen zoals De Hemptinne speelden toen mecenas, maar ze hadden geen contact met het werkvolk. Tegenwoordig zien we hoe filantropen als Bill Gates enorme bedragen aan goede doelen spenderen, maar daarbij wel de agenda bepalen en het systeem bestendigen. We hebben dat nog kunnen vaststellen tijdens de coronacrisis. De coronavaccins gingen niet naar Afrika, mede onder druk van Gates. Het is belangrijk dit allemaal te kaderen om de mechanismen in onze maatschappij die de ongelijkheid bevorderen en bestendigen te kunnen detecteren."

Zo stuiten we op de internationale dimensie van ongelijkheid. Dreigt geen gevoel van machteloosheid als we om ongelijkheid aan te pakken zaken op dat niveau moeten realiseren? "Er is toch wat beweging. De niet-westerse landen kunnen soms ook een vuist maken en zich niet laten doen. Landen die kartels vormen, zoals de petroleumlanden met de OPEC, zijn daar een voorbeeld van. De Conferentie van Bandung in 1955, waaruit de Beweging van Niet-Gebonden Landen is voortgekomen, zette 'Trade not Aid' op de agenda. Uitgerekend Indonesië wil ertsen niet meer als ruwe grondstof exporteren, Chili en Bolivia willen dat de eigen bevolking meer van de opbrengsten van mijnbouw kan genieten. Ik heb zelf gemerkt hoe landen effectief in het verweer kunnen gaan. Tot eind jaren zeventig was de United Fruit Company, dat later Chiquita werd, in Latijns-Amerika almachtig. Na de machtsovername door de Sandinisten in Nicaragua werden de bananen uit dat land geboycot. Met Oxfam hebben we dat mee doorbroken en werd in Europa een nieuw circuit opgezet. Waarop Chiquita de prijzen liet zakken om de Nicaraguanen uit de markt te houden. Later voerden we met de wereldwinkels een campagne tegen de zogenaamde bloedbanaan. We kenden het dossier goed omdat we zelf bij productie en handel betrokken waren, onderhandelden met een hoge vertegenwoordiging van Chiquita die toezegde arbeidsvoorwaarden te verbeteren. Door consumentenmacht kan veel gerealiseerd worden, maar het vereist wel veel kennis en volharding."

Die strijd is niet voor iedereen weggelegd. Wat kunnen we nog meer doen om ongelijkheid tegen te gaan? "Ook sociale strijd moet professioneel gevoerd worden. Het Gentse socialistische model dat eind negentiende eeuw ontstond wordt geroemd, maar het heeft ook geleid tot het traumatische faillissement van de Bank van de Arbeid. Mijn grootvader was curator en het heeft hem zeer hard geraakt. De bank was er slachtoffer van dat die niet op professionele wijze was geleid. Sociale strijd is meer dan betogen, het betekent ook een tegenmacht opbouwen. Dat is in het verleden gebeurd, zoals met een socialistische krant, apotheek, coöperaties. Vandaag neemt het andere vormen aan zoals kringwinkels of kleine boeren die samen rechtstreekse verkoop opzetten. Uiteindelijk moet je impact hebben op het niveau waar de macht zit. Neem de cacaoteelt. Wereldwijd is dit een belangrijke teelt, maar kleine boeren zijn de pineut. België kan hier als chocoladeland een belangrijke rol in spelen. Onder Alexander De Croo als minister van ontwikkelingssamenwerking is beslist dat alle chocolade met het label 'Made in Belgium' aan een aantal sociale minimumstandaarden moet voldoen. Goed voor de boeren en voor de kwaliteit: win-win voor iedereen. Door samenwerking van de overheden hier en in de landen die de grondstoffen leveren, van vakbonden, de industrie en NGO's zijn we tot standaarden gekomen die impact hebben, het leven van de cacaoboeren verbeteren en de teelt milieuvriendelijker maken."

U hebt met New B ook geprobeerd die strijd te voeren binnen de financiële sector. "Na de kredietcrisis van 2008 vroegen we ons af welke lessen daaruit zouden worden getrokken. Er dreigde niets te veranderen. Academisch onderbouwde studies die in parlementen steun kregen om grootbanken te verplichten hun zakenbanken af te splitsen en toekomstige crisissen niet langer door ons allemaal te moeten betalen zijn toen door de bankenlobby afgeblokt. Dat was een signaal om zelf van onderuit een alternatief op te bouwen. We hebben nood aan een retailbank voor de gewone mens. Nu is er vervreemding alom. Het bankkantoor verdwijnt uit het straatbeeld, samen met het café, het postkantoor, de bakker, de slager. Het nieuwe model is dan om alles online te regelen, via Amazon of Bol.com. Onlangs sprak ik met een professor statistische modellen, die ingehuurd was door een flitsfonds. Zijn job was het computermodel waarmee automatische transacties worden uitgevoerd sneller te maken. Toen ik hem vroeg in hoeveel gevallen die transacties dan winst opleverden en in welke mate zijn bijdrage het verschil maakte, antwoordde hij dat hij dat misschien van 50 % naar 50,001 % bracht. Genoeg om massa's winst te maken. Maar wat is de meerwaarde hiervan voor de economie? Die flitsfondsen halen de 'normale' beurs overhoop. En wat doet de baas van dat fonds? Lobbyen tegen de Tobintaks, die dergelijke transacties belast. Waarom wordt die taks niet ingevoerd?"

Hopelijk leidt dit voorbeeld niet tot een defaitistische conclusie? "Integendeel. Mijn boodschap blijft om je te informeren (bv. door het boek van Paul Goossens grondig te lezen en er van gedachten over te wisselen), je te verenigen, je te organiseren en gerichte acties te steunen. Misschien is de situatie hopeloos in een land als Rusland, waar er amper gelegenheid is om verzet te organiseren. In onze rechtstaat, binnen onze democratie kan het wel."

Hartelijk dank voor het gesprek.

Interview: Nico Pattyn Foto: Paul Teerlinck

BIO: Marc Bontemps studeerde aan de Solvay Business School van de VUB en was onder meer actief bij de Oxfam Wereldwinkels, Ethibel, Ecolife en meest recent als coördinator bij New B.

-12-